De stijlen producent ('producer') en bestuurder
('director') zijn afgeleid uit een managementstroming die
'rationeel-doel' model wordt genoemd. Volgens dit model
zijn productiviteit en winst de belangrijkste aspecten om
een organisatie goed te laten functioneren (Taylor). De
manager moet duidelijke doelen stellen en duidelijk zijn
naar de medewerkers toe.
- Producent - Productief werken
staat centraal. De manager moet een productieve werkomgeving
bevorderen en tijd en stress weten te managen.
- Bestuurder
- Plannen en doelen formuleren kenmerken deze stijl. De
manager heeft een visie, ontwerpt en organiseert en weet
effec-tief te delegeren.
De stijlen controleur ('monitor')
en coördinator ('coordinator') zijn gebaseerd op het
zogenaamde 'intern-proces' model (Weber, Fayol). Het gaat
hier minder om productiviteit en winst, maar om stabiliteit
en continuïteit. Alles moet volgens de regels gaan en alles
wordt geregistreerd. De manager heeft vooral een
controlerende en coördinerende functie.
- Controleur -
Centraal staat het bewaken van indivuele prestaties evenals
het controleren van het functioneren van de gehele
organisatie.
- Coördinator - Deze stijl legt de nadruk op
projectmanagement, het ontwerpen van taken en
crossfunctioneel management.
In het kwadrant linksboven
zien we de rollen van mentor ('mentor') en stimulator
('facilitator') gekoppeld aan het 'human relations' model.
Dit model gaat ervan uit dat betrokkenheid van mensen leidt
tot een verbeterde inzet.
- Mentor - Besteedt veel aandacht
aan de ontwikkeling van mensen, is zorgzaam en bereid om te
helpen.
- Stimulator - Ook facilitator genoemd. Richt zich
primair op het verbeteren van de samenwerking. Verbetert
samenhnag en teamwork; lost conflicten op.
De stijlen
innovator ('innovator') en bemiddelaar ('broker') uit het
laatste kwadrant rechtsboven zijn afgeleid uit het 'open
systeem'-model. De focus ligt hier primair op aanpassings-
en reactievermogen van de organisatie als
overlevingsstrategie in concurrentie met andere
organisaties.
- Innovator - Accent ligt op vernieuwingen en
aanpassingen van de organisatie.
- Bemiddelaar - Accent op
externe relaties en effectief onderhandelen. Reputatie en
imago zijn belangrijk.
De boodschap van Quinn is dat een
effectieve leidinggevende juist meer dan één rol kan
vervullen, en zelfs tegenstrijdige stijlen kan integreren.
Dit wordt door Quin ook wel gedragscomplexiteit genoemd. Zie
voor een zelf-beoordelingstest Quinn et al., 1997. Ook Adizes (Mastering Cange, 1992) maakt een
vergelijkbaar onderscheid. De stijlen (door hem ook functies
in een managementteam genoemd) zijn op de punten van het
kwadrant afgebeeld. Deze theorie gaat in Nederland door het
leven als het PBOI-model: een acroniem voor de vier stijlen
of functies. De producent of uitvoerder voelt vooral de zorg
voor het tot stand komen van de resultaten. De beheerder is
gericht op orde en regelmaat. Niet zozeer de inhoud telt,
maar de procedures, de manier waarop er gewerkt wordt.
Kenmerkend voor de innovator of ondernemer is de externe
gerichtheid, de gevoeligheid voor veranderingen en de
creativiteit. De integrator wordt gekenmerkt door de zorg
voor de gezamenlijkheid, door gevoel voor mensen.
Zowel
het model van Quinn alswel dat van Adizes, zijn typologieën
en daarmee versimpelingen van de werke-lijkheid. In het
volgende hoofdstuk gaan we dieper in op mensen en hun rollen
in teams zoals uitgewerkt door
Belbin in het
teamrolmanagement. Ook leiders vervullen rollen het het
management-team. We zien dan ook een overlap tussen
leiderschapsstijlen (Quinn), leiderschapsfuncties in een
managementteam (Adizes) en teamrollen (Belbin). Zo
herkennen we de groepswerker en de zorgdrager in het type
integrator. De vormer en voorzitter lijken sterk op de
uitvoerder, terwijl de bedrijfsman sterke overeenkomst
vertoont met de beheerder. Deze mapping moet overigens niet
al te serieus genomen worden: het gaat om de hoofdlijn en
voor een gedetailleerde vergelijking zijn uitgangspunten en
invalshoeken van beide modellen te verschillend. |